Spel voor de woordfamilies

Het principe van dit spel komt overeen met het traditionele familiekwartet, maar bij dit spel vormen 6 plaatjes één woordfamilie

De bedoeling van het spel is om een serie van 6 kaarten samen te stellen, met behulp van de uitgedeelde instructiekaartjes. Het spel is te vergelijken met het traditionele kwartet alleen bestaat een kwartet nu uit 6 kaarten. In het begin kan er gebruik gemaakt worden van de bijbehorende (rechthoekige kaarten). Later kunnen de kinderen het spel zonder de instructiekaarten spelen.

• De kennis van een bekend spel uitbreiden. • Bij dit spel moeten de kinderen het gezochte plaatje beschrijven. • Spelenderwijs de taal leren beheersen. • Speltaktiek en inzicht ontwikkelen. • Onthouden van informatie. • Verwerken van informatie.

Het maakt niet uit of het kind zijn verzameling wil gaan opbouwen naar onderwerp, werkwoord of kleur. Het zal altijd het gewenste plaatje moeten omschrijven. Wanneer het kind voor het onderwerp kiest, staat op elke kaart dezelfde persoon, alleen zijn de bezigheden telkens verschillend. De 6 instructiekaartjes, die hiermee corresponderen zijn voorzien van een sterretje.

Wanneer het kind voor een werkwoord kiest, staat op iedere kaart van het kwartet (woordfamilie) dezelfde bezigheid. Deze bezigheid wordt echter steeds door een ander persoon uitgevoerd. De 6 instructiekaartjes, die hiermee corresponderen, zijn voorzien van een rondje. Wanneer het kind voor een kleur kiest, ligt de nadruk op de bijvoeglijke bepaling bij het onderwerp of de plaats en de 6 instructiekaartjes zijn voorzien van een vierkantje. In dit geval, staat op elk plaatje van de bij elkaar behorende serie, een bepaald persoon.

Op deze manier is het kind gedwongen om bij ieder volledig kwartet, 6 verschillende zinnen uit te spreken. Het kind kan/mag zelf bepalen hoe uitgebreid hij de zin formuleert om de juiste kaart te bemachtigen.