Samenspraak

Spel voor het vergroten van de woordenschat

Ontwikkelde vaardigheden • Woordenschat ontwikkelen • Met een ander(volwassene, kind) communiceren • Zich verstaanbaar maken • Zich uitdrukken in de juiste syntactische taal • Gebruiken van de basisstructuren van de taal • Regelmatigheden in de taal ontdekken • Abstractie aanleren met behulp van pictogrammen • Leren samenwerken • Luistervaardigheden

Gebruik van het materiaal Voordat met het spel gestart wordt, kan de leerkracht ervoor kiezen de kinderen vertrouwd te maken met de thema’s op de kaarten. Het spel wordt gespeeld met minimaal 2 spelers (volwassene-kind, kind-kind). Iedere speler krijgt een kaart met afbeeldingen met hetzelfde thema en hetzelfde logo (bijv. open driehoek, dichte driehoek). De eerste speler benoemt wat er op het plaatje links bovenaan staat. De andere speler zoekt op zijn kaart dezelfde afbeelding en benoemt wat er naast staat. Bijv. Thema dieren, driehoek: speler 1 zegt vis, speler 2 zegt zwemt. Speler 1 benoemt zo alle afbeeldingen op de kaart. Daarna worden de rollen omgedraaid. Dezelfde kaarten kunnen opnieuw gespeeld worden. Er kan ook gekozen worden voor nieuwe kaarten. Als het spel vaker gespeeld is, worden er meer eisen aan de omschrijving gesteld. Bijv. speler 1: de vis, speler 2: De vis zwemt, of De vis zwemt in het water, of De mooie vis zwemt in het water, enzovoort.