Taal - Zinsbouw
140 gelamineerde kaartjes (formaat 75 x 60 mm). Verpakt in een stevige kunststof opbergdoos (formaat 100 x 80 x 60). Eerst zien dan leren.
Lees meer40 beeldkaarten (formaat 90 x 60 mm), 1 kleurendobbelsteen, 1 dobbelsteen met 1-3 ogen, houten blokjes, met handleiding in een stevige kunststof opbergdoos (formaat 200 x 130 x 40 mm). Vanaf 4 jaar.
Lees meerWoordenschat en zinsbouw. Per set 24x2= 48 kaarten, met handleiding, verpakt in een stevige kartonnen doos.
Lees meerTwee zinsbouwspellen met het ene spel 16 kaartparen en het andere spel 3 x 10 kaarten. In totaal 2x33 = 66 kaarten (formaat 59 mm x 91 mm). Verpakt in stevige kartonnen doos met spelsuggesties.
Lees meer4 sets voor groep 4-8 in 2 stevige kartonnen dozen. Elk set 48 kaarten (formaat 80 x 80 mm) met op elke voorkant van een kaart 2 zinnen voor 2 verschillende verhaaltjes (gekenmerkt door kleur) en op de achterkanten de te verzamelen
Lees meer2x 33 kaarten (formaat 100 x 62 mm) voor 2-4 spelers vanaf 5 jaar. In 2 stevige kartonnen opbergdozen (formaat 115 x 75 x 25 mm).
Lees meer55 kaarten, formaat 100 x 62 mm, voor 2-4 spelers vanaf 5 jaar. In stevige kartonnen opbergdoos (formaat 115 x 75 x 25 mm).
Lees meer70 houten bouwstenen, 4 gekleurde houten bouwstenen, 110 spelkaarten, 9 vraagkaarten, opbergbak, 2 ogen-dobbelstenen, 4 kleuren dobbelstenen, dobbelsteenbeker, inclusief spelhandleiding. Verpakt in een stevige kartonnen opbergdoos.
Lees meer54 gelamineerde kaartjes (formaat 90 x 60 mm) en 54 gelamineerde kaartjes (formaat 55 x 40 mm). Verpakt in een stevige kunststof opbergdoos (formaat 100 x 80 x 60). Eerst zien dan leren.
Lees meer32 kaarten, formaat 100 x 60 mm, voor 2-4 spelers vanaf 5 jaar. In stevige kartonnen opbergdoos (formaat 115 x 75 x 25 mm).
Lees meerMijn eerste spellen. 1 beer met hoed om overeind te zetten, 12 hapjes puree, 1 bord, 1 lepel en 1 dobbelsteen. Verpakt in een stevige kartonnen opbergdoos (formaat 230 x 150 x 60 mm), inclusief spelregels.
Lees meerZinsbouw is het combineren van woorden tot een goede zin. Elke zin heeft in ieder geval een persoonsvorm en een onderwerp. Er wordt onderscheid gemaakt tussen eenvoudige zinnen en samengestelde zinnen. Vraagzinnen kunnen beginnen met woorden zoals: wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe, welk(e).