Taalspel
Inhoud: 4 kartonnen blanco spelkaarten (250 x 100 mm) ingedeeld in 4 vakken, 12 kartonnen modelplaten (250 x 100 mm) die een reeks vormen. 2x 48 identieke spelkaarten met tekeningen van de modelkaarten, 8 transparante houders om de modelkaarten verticaal op te stellen, inclusief handleiding. In een kartonnen doos. Vanaf 4 jaar.
Spelenderwijs oefenen van de zinsstructuur; onderwerp, werkwoord, lijdend voorwerp
Met dit spel leren kinderen zo nauwkeurig mogelijk een bepaalde situatie te beschrijven en/of te herkennen. Pedagogische doelstellingen:
• Aanwijzingen op een plaatje leren opsporen en herkennen • Bewustwording om nauwkeurig de woorden van de plaatjes te beschrijven • Zich leren uitdrukken in gestructureerde zinnen om iets duidelijk te maken • Spelregels begrijpen en naleven
Spel met de modelkaarten en 1 set kaarten (minimaal 3 spelers). Doel van het spel: De eigen blanco kaart vol krijgen met 4 kaarten in overeen stemming met de modelkaart. Verloop van het spel: • Kies een modelkaart en sorteer de speelkaarten op basis van de gekozen kaart. • Nadat de kinderen de gelegenheid hebben gekregen het spel te bekijken en er zich vertrouwd mee te maken, kiezen zij een modelkaart die ze verticaal voor zich neerzetten in de transparante houder en nemen zij ook een blanco spelplaat. • De kaartjes die met de gekozen reeks overeenstemmen worden omgekeerd in het midden gelegd. • De kinderen nemen om de beurt een kaart en beschrijven de illustratie zonder deze aan de andere kinderen te laten zien. Het kind dat deze kaart op zijn modelkaart herkent, neemt de kaart en legt deze op de blanco spelkaart. • Aan het einde van het spel controleren de kinderen of iedereen in het bezit is van de kaarten die met de modelplaat overeenstemmen. • In de loop van het spel of aan het einde kan er een discussiefase ingelast worden, m.n. als bepaalde kaarten niet juist herkend zijn.
Spel met 2 spellen kaarten. Doel van het spel: Zoveel mogelijk paren samenstellen. Verloop van het spel: • Kies uit beide spellen de kaarten met een gelijke reeks uit en schud de kaarten door elkaar. • Deel een deel van de kaarten uit en leg de rest op een stapel neer. • De kinderen beschrijven om beurten een kaart uit het spel om aan een andere speler een identieke kaart te vragen en een paar te vormen.
• Reeks 1 (groen): onderwerp/werkwoord/lijdend voorwerp.
• Reeks 2 (blauw): onderwerp/werkwoord/lijdend voorwerp + eigenschap.
• Reeks 3 (rood): onderwerp/werkwoord/bijwoordelijke bepaling + eigenschap van het onderwerp of het lijdend voorwerp
Help ons en andere klanten door het schrijven van een review